Problemen met alcohol en drugs

Tussen ongeveer het 12e en 18e levensjaar van jongeren verandert er veel. Ook kunnen ze gaan experimenteren, bijvoorbeeld met alcohol en drugs.

 

Tussen ongeveer het 12e en 18e levensjaar van jongeren verandert er veel. Ook in relatie met hun ouders. Jongeren maken in die periode een snelle lichamelijke en geestelijke ontwikkeling door. Dit verandert hun gevoelens en gedrag. Ze moeten leren los te komen van hun ouders en hun eigen persoonlijkheid ontwikkelen. Jongeren gaan zich hierbij vaak meer op leeftijdsgenoten richten dan op hun ouders. Ze kunnen gaan experimenteren, bijvoorbeeld met alcohol en drugs.

Elke jongere experimenteert wel eens.

Bij het volwassen worden hoort ook het experimenteren, op wat voor vlak dan ook. Zelf iets uitproberen, zelf ervaringen opdoen en zo je eigen grenzen ontdekken. Dit experimenteren hoeft niet slecht te zijn of uit de hand te lopen. Ook niet met alcohol of drugs. Veel jongeren stoppen er na verloop van tijd zelf weer mee of leren hier op een verantwoorde manier mee omgaan.

Soms zullen jongeren een langere tijd (stevig) gebruiken en ook dit hoeft geen dramatische gevolgen te hebben. Vaak brengt dan een nieuwe levensfase waarin werk of een relatie belangrijk wordt een verandering in het gebruik van genotsmiddelen mee.

Invloed van anderen

Of je als ouders wilt of niet, er komt een periode waarin de jongeren overgelaten moeten worden aan de invloed van anderen. Er kan vooraf niet voorspeld worden hoe dit zal uitpakken. Jongeren zullen zelf keuzes maken. Dit kan zijn onder invloed van leeftijdsgenoten, bij wie ze willen horen. Het is deels afhankelijk van het zelfvertrouwen dat jongeren hebben of ze hun eigen keuzes durven en kunnen maken. Sommige jongeren laten zich leiden door de vriendengroep waar ze bij horen.

Wat kunt u als ouders doen?

Als ouders is het van belang om informatie te verzamelen over middelen en gebruik. U voorkomt dat u onnodig ongerust wordt als u van feitelijkheden op de hoogte bent. Niet iedereen die wel eens een joint rookt raakt verslaafd aan de heroïne.

Wanneer u merkt dat uw kind heeft geblowd of gedronken, probeer het daar over te hebben. Blijf met elkaar in gesprek en probeer dit niet vanuit emoties of te veel bezorgdheid te doen. Het is belangrijk belangstelling te hebben voor de dingen waar de jongere mee bezig is. Nodig bijvoorbeeld ook de vrienden uit waar hij/zij mee omgaat, zodat je als ouder zicht hebt op deze jongeren.

Grenzen stellen

Het aangeven van regels en grenzen is belangrijk. Ook eventueel over het gebruik van genotsmiddelen. Verbieden heeft vaak niet veel zin, dus het werkt vaak beter om samen afspraken te maken. Bijvoorbeeld niet blowen in het verkeer of tijdens de schoolweek. Wanneer je deze regels samen opstelt zullen jongeren hier over het algemeen ook op aanspreekbaar zijn.

Wanneer moet er hulp worden gezocht?

Er zijn jongeren die het experiment voorbij gaan. Jongeren gaan door met gebruiken, ze proberen gevoelens als verdriet, boosheid, onzekerheid of verveling tegen te gaan.

Belangrijke signalen voor riskant gebruik zijn veranderingen in het gedrag van de jongere. Schoolprestaties gaan achteruit, hij/zij krijgt een andere vriendengroep, de interesse in familie wordt minder. Een jongere die regelmatig gebruikt vergeet vaak veel. Dit zijn echter ook signalen die op andere problemen kunnen slaan. Lichamelijke signalen kunnen zijn misselijkheid, gebrek aan eetlust, chronische vermoeidheid. Bloeddoorlopen ogen kan op cannabisgebruik wijzen. Dan zijn er nog sociaal/emotionele signalen als somberheid, problemen met vrienden, geld tekort, onverschilligheid, afstandelijkheid en angst en achterdocht. Wanneer ouders zich zorgen maken over deze signalen is het altijd goed om advies te vragen, bijvoorbeeld bij een mentor van school of bij verslavingszorg.

Verslaving binnen de behandeling van Accare

Problemen met alcohol en drugs van jongeren spelen vooral bij de Divisie Forensische Jeugd- en orthoPsychiatrie (FJP) een rol. Tijdens het intaketraject is er altijd aandacht voor eventueel gebruik van de jongere. Als er sprake is van primaire verslavingsproblematiek dan verwijst de FJP door naar VNN (Verslavingszorg Noord-Nederland). Dit is echter moeilijk vast te stellen, omdat de problemen van de jongeren vaak met elkaar verstrengeld zijn. De FJP kan jongeren in behandeling nemen die problematisch gebruiken. De jongere moet echter ergens een motivatie hebben om zijn/haar gebruik te onderzoeken. Hier wordt eerst aan gewerkt voordat er behandeling voor andere problemen aangeboden wordt.

Bron: Accare, landelijk kenniscentrum kinder- en jeugdpsychiatrie