Gedragsmoeilijkheden en gedragstoornissen

Onder gedragsmoeilijkheden verstaan hulpverleners: sociaal niet wenselijk gedrag waar een ander nadeel van heeft, of slachtoffer van is. De dader lijkt hier in eerste instantie en op korte termijn van te profiteren. Aan welk soort gedrag moet je denken bij gedragsmoeilijkheden? Een echte afbakening is lastig, omdat het een heel breed scala aan grensoverschrijdende gedragingen kan betreffen. Voor de duidelijkheid enkele voorbeelden:
Een jongere die wel eens wat steelt of wel eens spijbelt, een druktemaker die anderen irriteert en impulsief over grenzen gaat, een leerling die opstandig is en steeds maar weer en gedurende langere tijd grenzen van het gezag test. Dergelijke jongeren kunnen worden beschouwd als gedragsmoeilijk.

Gedragsstoornissen vallen binnen de groep van de gedragsmoeilijkheden, maar vormen daarbinnen een aparte en herkenbare groep. Vaak wordt, en dat gebeurt wereldwijd, de volgende definitie gehanteerd:

'Een gedragsstoornis, ook wel genoemd een conduct disorder, betreft een herhalend en aanhoudend gedragspatroon waarbij de grondrechten van anderen of belangrijke bij de leeftijd horende sociale normen of regels worden overtreden'.
Daaraan voegt men toe dat iemand gedurende het laatste jaar of half jaar moet voldoen aan één of meer gedragingen die vallen binnen de volgende vier hoofdgroepen:
*Agressie gericht op mensen en dieren
*Vernieling van eigendom
*Leugenachtigheid of diefstal
*Ernstige schending van regels

Bovendien moet de gedragsstoornis ook leiden tot duidelijke beperkingen als het gaat om hoe een jongere het sociaal of op zijn werk of school doet. Vaak wordt om verwarring met de uitdrukking ‘gestoord gedrag' te voorkomen gesproken van een 'antisociale gedragsstoornis'.

Wanneer moet je hulp zoeken?

Een jongere loopt een meer dan gemiddeld risico het op school niet goed te doen, ook al ontbreekt het niet aan voldoende verstand en wordt een passende school bezocht. Ook is het risico op contact met politie en/of justitie groter met alle gevolgen van dien. De sfeer in de thuissituatie is vaak verstoord. Het lukt ouders niet goed meer om hun opvoeding vorm te geven. Vaak willen jongeren ook wel anders, maar lukt het ze niet goed om ander gedrag te vertonen. Dit kan zijn omdat de vriendengroep die vergelijkbaar gedrag laat zien belangrijk voor ze is en ze die niet willen loslaten. Het kan zijn dat de impulsiviteit van een bijvoorbeeld ook aanwezig ADHD probleem het lastig maakt. Het kan zijn dat ze gewoon niet goed weten en niet goed in de vingers hebben hoe je het anders doet en bijvoorbeeld beter overlegt en onderhandelt met je ouders, je baas of leerkrachten. Er zijn vele redenen op te noemen waarvoor ze wel een steuntje in de rug kunnen gebruiken in de goede richting en vaak ouders ook.

Behandeling Tijdens de behandeling wordt met de jongere en zijn ouders gekeken of het 'hoe en waarom' van het gedrag helder kan worden. Dan kan ook worden gekeken naar hoe het anders kan. Mogelijk moet er iets gebeuren met de ADHD, moet een jongere uberhaupt leren wat acceptabel gedrag is en hoe je dat volhoudt. Vaak is het verstandig in het gezin bepaalde patronen op te sporen en in positieve richting bij te buigen. Kortom we richten ons op het voorkomen van nieuw grensoverschrijdend gedrag en het gezonde en geaccepteerde alternatief!

Bron: Accare, landelijk kenniscentrum kinder- en jeugdpsychiatrie