Jongeren kunnen last hebben van faalangst. Dit kan zich uiten in lichamelijke en psychische klachten. Een kind kan faalangstig zijn voor toetsen of overhoringen (cognitieve vaardigheden), door de spanning worden de prestaties negatief beinvloed. Het kind/ de jongere raakt overtuigd dat het niets kan, alles heel goed moet doen en dat alles afhangt van hoe het presteert. Ook bij schoolonderzoeken en examens van het vmbo, havo en vwo is leren omgaan met faalangst onontbeerlijk.
In de omgang met anderen kan faalangst ook een rol spelen. Een kind is bang niet geaccepteerd te worden door andere kinderen. Faalangst kan levens gaan beheersen. Het begint klein maar wordt steeds groter. De begeleiding is gericht op onder meer het reduceren van stress, het leren omgaan met vermeende angsten en doen van ontspanningsoefeningen.
Leeftijdscategorie
7-12, 13-21 jaar